Wensen, grenzen en consent
Niet iedereen vindt dezelfde dingen fijn. En ook ieders grens ligt ergens anders. Het is belangrijk dat je kind de eigen wensen en grenzen leert kennen. Dat het leert hierover te communiceren. En dat het ook de wensen en grenzen van een ander herkent en respecteert. Zo leert je kind hoe het op een respectvolle manier met anderen om kan gaan en hoe het later op een fijne en veilige manier kan flirten, daten, een relatie hebben en seksueel actief kan zijn.
Om je kind te beschermen, kan je een aantal duidelijke regels meegeven. Zoals: je hoeft nooit iets tegen jouw eigen wil in te doen. En: volwassen mogen nooit iets seksueels doen bij een kind. Zorg daarnaast dat je kind weet waar het terecht kan voor hulp als het toch iets vervelends meemaakt.
Een positieve seksuele opvoeding, waarom belangrijk?
Het is belangrijk kinderen regels mee te geven en te leren hun grenzen aan te geven en die van anderen te respecteren. Dat maakt ze weerbaar. Toch is het voor een veilige en gezonde ontwikkeling nét zo belangrijk om kinderen, naast de regels en risico’s, een positief geluid mee te geven. Zo leg je de basis voor een (latere) positieve relatie met seksualiteit. Hoe iedereen uiteindelijk omgaat met liefde, relaties, weerbaarheid en seksualiteit, en welke manier bij jou past, bepaal je zelf. Zolang het anderen niet schaadt.
Kinderen leren over wie ze zijn door te ontdekken wat ze wel of niet fijn vinden in het leven. Door te vragen wat een kind fijn vindt, kan het ook ontdekken wat het niet fijn vindt. Hier woorden aan kunnen geven is belangrijk. Daarnaast is het ook belangrijk dat je je kind leert wat wel en niet oké gedrag is. Bijvoorbeeld dat volwassenen nooit iets seksueels bij kinderen mogen doen. Zo kan je kind beter voor zichzelf opkomen en begrijpt het ook dat wat iemand wel of niet fijn, oké of niet oké vindt voor iedereen verschillend is. Je kind leert praten over de eigen grenzen. Dit is belangrijk in alle soorten relaties, ook in intieme of seksuele relaties. Voor kinderen hoeft dit nog niet over seksualiteit te gaan. Maar door al op jonge leeftijd te oefenen met herkennen wat ze wel en niet fijn of oké en niet oké vinden, kunnen ze dat later als volwassene ook beter toepassen. Positieve seksuele opvoeding geeft kinderen een belangrijke basis voor een gezonde ontwikkeling. Ook in relatie tot anderen.
Mensen die van jongs af aan op een positieve manier over liefde, relaties, weerbaarheid en seksualiteit leren, hebben meer kans op plezierige eerste seksuele ervaringen. Dat komt omdat ze van tevoren hebben kunnen bedenken wat voor hen een plezierige eerste seksuele ervaring zou zijn. Ook blijkt dat positieve seksuele opvoeding samenhangt met een kleiner risico op het meemaken van seksueel grensoverschrijdende ervaringen, beter gebruik van voorbehoedsmiddelen en het voorkomen van onbedoelde zwangerschappen en soa’s. Omdat je bijdraagt aan autonomie en het maken van bewuste afwegingen en keuzes. Positieve seksuele opvoeding heeft dus een beschermend effect voor je kind!
Wat geef je je kind mee?
- Je bent de baas over je eigen lijf. Niemand mag zomaar aan jouw lijf komen. En volwassenen mogen nooit iets seksueels met kinderen doen.
- Je mag het altijd aangeven als je iets niet fijn vindt. Je mag je ook altijd bedenken als je iets niet (meer) fijn vindt, ook wanneer je eerder al ‘ja’ hebt gezegd. Je mag ook altijd stoppen als iets niet oké
- Wensen en grenzen zijn voor iedereen anders. Wat jij prettig en oké vindt, kan voor een ander over de grens zijn. Check daarom altijd bij de ander of die het ook oké vindt. Doe niet iets wat voor de ander niet oké is. Als je per ongeluk iemands grens overgaat, stop dan en zeg sorry.
- Als iemand jouw grens overgaat, is dat nooit jouw schuld. Ook niet als je geen ‘nee’ kon of durfde te zeggen. Een ander moet altijd bij jou checken of iets voor jou oké is. Als hetgeen ‘ja’ is, is het een ‘nee’. Als iemand over jouw grens heen is gegaan, mag je het ook altijd vertellen aan iemand die je vertrouwt, zodat diegene jou kan helpen.
Hoe doe je dat?
Van jongs af aan:
- Dwing je kind niet tot het knuffelen en kussen van jouzelf of anderen. Als je kind geen knuffel wil, niet bij oma op schoot wil zitten of die ene tante liever geen kus wil geven, accepteer dat dan. Zo laat je zien dat je de grenzen van je kind serieus neemt en respecteert. Zoek eventueel samen naar een alternatieve manier om gedag te zeggen, bijvoorbeeld met een high five of door te zwaaien.
- Oefen het aangeven van wensen en grenzen in verschillende situaties. Bij jonge kinderen hoef je dit natuurlijk niet aan seksualiteit te koppelen. Ook tijdens het binnen- of buitenspelen kunnen kinderen aangeven wat ze wel of niet leuk vinden. Bijvoorbeeld dat ze niet van oorlogje spelen houden, maar wel van voetballen. Zo leren ze direct om rekening te houden met de wensen en grenzen van de ander.
- Laat je kind vertrouwen op het eigen gevoel. Leer je kind om te luisteren naar het eigen gevoel. Kinderen kunnen heel goed een onderscheid maken tussen iets wat wel en niet oké voelt. Ook als iets ‘niet pluis’ voelt, mogen ze daarop handelen en reageren.
- Vertel je kind dat wat het zelf wil en voelt belangrijker is dan ‘hoe het hoort’. Er is geen leeftijd waarop je al gezoend moet hebben of seks gehad moet hebben. Ook wanneer al jouw vrienden al gezoend hebben, betekent dat niet dat jij ook zou moeten zoenen. Wanneer iemand jouw drankjes betaalt in de kroeg, ben je diegene niks verschuldigd. En wanneer je met iemand mee naar huis bent gegaan, betekent dat niet dat je seks met diegene hoeft te hebben.
Op een positieve manier:
- Focus niet alleen op de risico’s, maar ook op de plezierige kanten van relaties en seksualiteit. Als je kind weet wat het fijn en prettig vindt, maakt dat het makkelijker om ook de eigen grenzen te herkennen en daarover te communiceren.
- Geef aan dat seks gaat over gedeeld plezier. Door seks te omschrijven als iets plezierigs voor beide partners, leer je jouw kind om af te stemmen met zichzelf en de ander. Zo leer je jouw kind alleen dingen te doen die het plezier geeft. En te stoppen als een van de partners geen plezier heeft, of wanneer het misschien wel pijnlijk of ongewenst is. Seks hoort prettig te voelen, en zeker geen pijn te doen.
Positiviteit draagt bij aan een gezonde ontwikkeling:
- Het geeft je kind meer zelfvertrouwen en helpt het authentiek te handelen. Oftewel naar wat het écht voelt, in plaats van uit angst of schaamte.
- Het draagt bij aan fijne, veilige ervaringen met relaties en seksualiteit, wanneer je kind daaraan toe is.
- Het voorkomt problemen met relaties en seks in de toekomst, zoals onbedoelde zwangerschappen, soa’s en seksuele grensoverschrijding.
- Het zorgt voor meer gelijkheid tussen jongens en meiden, en voor lhbti+ leerlingen.
- Het stimuleert jongeren om respectvol met zichzelf en elkaar om te gaan.
Geef ruimte voor vragen en de veiligheid om zichzelf te zijn:
- Beoordeel meiden en jongens niet anders bij hetzelfde gedrag: Als je kind seksueel actief wordt, wil je dat je kind diens wensen en grenzen aan kan geven. Als jongeren het idee hebben aan bepaalde verwachtingen te moeten voldoen omdat ze een jongen of meid zijn, zal het lastiger voor hen zijn om eigen wensen en grenzen te herkennen en hierover te communiceren. Bijvoorbeeld omdat ze denken dat het ‘zo hoort’ of dat bepaald gedrag ‘van ze wordt verwacht’. Dat maakt hen kwetsbaar voor seksuele grensoverschrijding en onveilige seks. Door meiden en jongens niet anders te beoordelen bij hetzelfde gedrag en jongens en meiden dezelfde kennis en vaardigheden mee te geven, stel je ze in staat om gezonde, veilige en bewuste keuzes te maken.
- Fouten maken mag: Het kan gebeuren dat je kind per ongeluk over iemands grens gaat. Of dat het mee heeft gedaan met meiden naroepen op straat. Of misschien wel met pesten op school. Ook dan wil je dat jouw kind naar jou toekomt en weet dat het niet door jou wordt veroordeeld. Zodat je samen kunt bespreken hoe jouw kind het weer goed kan maken en kan voorkomen dat het nog een keer gebeurt.
Vraag je kind eens…
- Wat het vindt van een gebeurtenis uit de eigen omgeving, of iets wat jullie zien op tv. Vraag eens hoe je kind het ziet, wat er volgens je kind mis is gegaan en wiens schuld dat is. Leg ook uit hoe jij het ziet. Zo kun je als ouder jouw eigen normen en waarden meegeven en kan je kind van jou leren. Leg in een situatie van grensoverschrijding de verantwoordelijkheid altijd bij de pleger en geef nooit de schuld aan degene die het overkomt.
Stel een duidelijke norm:
- Seksueel grensoverschrijdend gedrag is nooit oké.
- Het is nooit de schuld van diegene die het overkomt (het slachtoffer), maar altijd van diegene die over de grens gaat.
Geef het goede voorbeeld:
- Neem je eigen wensen en grenzen serieus. Laat zien hoe je communiceert over wensen en grenzen, dat hoeft niet over relaties of seksualiteit te gaan.
- Maak het goed als je zelf een keer iets verkeerd doet. Fouten maken mag. Het gaat erom dat je dit kunt toegeven en hoe je het weer goedmaakt.
- Beoordeel jongens en meiden hetzelfde. Praat niet afkeurend over vrouwen die meerdere bedpartners hebben of die laten zien dat ze van seks genieten. Daar tegenover staat dat je mannen die veel bedpartners hebben ook niet hoeft te complimenteren of stoer te vinden. Ook niet in films.
Meer informatie:
Over de grens, vlaggensysteem voor ouders
Praten met je kind over grensoverschrijdend gedrag
Meer lezen:
Voorbeeldsituaties
Veelgestelde vragen